Gemeentes moeten namelijk de wet uitvoeren en mogen daarbij niet
discrimineren, zo staat te lezen in een dinsdag gepubliceerd oordeel van de
Commissie Gelijke Behandeling

Tegelijkertijd moet de overheid als werkgever rekening houden met de
godsdienst of levensovertuiging van zijn ambtenaren.

Volgens voorzitter Alex Geert Castermans van de Commissie Gelijke Behandeling
betekent dit in de praktijk dat een ambtenaar van de burgerlijke stand óf
alle huwelijken sluit, óf geen enkel huwelijk.

De zaak die aan de Commissie was voorgelegd draaide om de vraag of een
gemeente van nieuwe ambtenaren van de burgerlijke stand mag eisen dat ze ook
bereid zijn mensen van hetzelfde geslacht te trouwen. Volgens de Commissie
mag dit dus.

Dat het hier om nieuwe ambtenaren gaat, betekent niet dat zittende ambtenaren
van de burgerlijke stand wel mogen weigeren homo’s te trouwen. Volgens de
commissie mogen ook deze ambtenaren niet discrimineren.

Of dit betekent dat zittende trouwambtenaren met gewetensbezwaren nu
moeten worden ontslagen, laat de Commissie Gelijke Behandeling in het
midden: "Het is aan de gemeente om ook met het oog op de rechten die
arbeidsrechtelijk aan hem (de ambtenaar, red.) toe komen te zoeken naar een
oplossing, eventueel met toepassing van overgangsmaatregelen."

De uitspraak van de Commissie Gelijke Behandeling is opvallend omdat de
Commissie in 2002 nog oordeelde dat een gemeente die alleen trouwambtenaren
wilde aannemen die bereid waren iedereen te trouwen, zich schuldig maakte
aan discriminatie.

Naar eigen zeggen is de commissie van mening veranderd omdat de vraag
of ambtenaren mogen discrimineren nu meer principieel bekeken is. In 2002
was het homohuwelijk net ingevoerd en heeft de commissie in zijn uitspraak
naar mogelijkheden gezocht om ambtenaren met gewetensbezwaren tegemoet te
komen. "Als overgangsfase," zo zegt de commissie nu.

Tegelijkertijd met het oordeel over trouwambtenaren publiceerde de Commissie
Gelijke Behandeling dinsdag zijn jaarverslag en een aantal andere oordelen,
waaronder een oordeel over het aannamebeleid van Opzij.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl